Mijn bol (Vredeshuis Gent)
 
Straat en nr.: Vredeshuis, Sint-Margrietstraat 9
Postnr. + gemeente: 9000 Gent
Contactpersoon: 09/233 42 95
Telefoon: 09/225 73 79
Fax: vragen naar Marc of Philippe
é-mail: vredeshuis@gent.be
URL-adres: www.vredeshuis.be
Openingsuren: op aanvraag
Toegangsprijs: gratis
Afstand tot de school: ongeveer 20 km
Wegbeschrijving: vanaf station Gent-Sint-Pieters met tram 1, 10 of 11 tot aan het Gravensteen of met tram 12 of 40 tot de halte Lange Steenstraat
Bezocht door: het eerste leerjaar
Doelstellingen: - De kinderen ontdekken dat mensen in een ander land en van een ander cultuurgebied op een andere manier samenleven.
- Ze weten dat vasten voor christenen o.a. betekent: zich iets ontzeggen en soberder leven.
- Ze hebben aandacht voor de campagne van Broederlijk Delen.
- Ze willen zich met de klas inzetten voor het project van Broederlijk Delen.
(Leerplandoelstellingen: zie verder)
Beschrijving: Inleefspel: ontmoeting met leeftijdsgenootjes uit Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Verschillen en gelijkenissen ervaren, de leefwereld verkennen en de dagelijkse realiteit ontdekken. Educatief spelcircuit.

Meer informatie over het vredeshuis vind je op hun website (www.vredeshuis.be).

 

Leerplandoelstellingen


- De kinderen willen meer te weten komen over de wereld in al zijn dimensies, hier en elders. Dit houdt in dat ze:

  • plezier beleven aan activiteiten waardoor ze de wereld verkennen

  • hun attitude om waar te nemen, te exploreren, te experimenteren steeds verder verfijnen

- Kinderen beleven en ervaren een intense verbondenheid met de wereld. Dit houdt in dat ze:

  • aandacht en waardering tonen voor andere kinderen en volwassenen in hun directe omgeving, maar ook elders ter wereld (Afrika, Azië, Latijns-Amerika)

- Kinderen leven waardengericht. Dit houdt in dat ze:

  • hun waarnemingen, ervaringen en handelingen toetsen aan waarden als genegenheid, goedheid, rechtvaardigheid, solidariteit (actie Broederlijk Delen), dankbaarheid, verdraagzaamheid, respect, eerlijkheid...

  • hun verontwaardiging uiten telkens ze worden geconfronteerd met een inbreuk op één of meer van die waarden

- Kinderen werk samen. Dit houdt in dat ze:

  • niemand uitsluiten, anderen helpen, afspraken binnen de groep naleven

- Kinderen kunnen en durven problemen aanpakken. Dit houdt in dat ze:

  • een probleem herkennen

  • zich een voorstelling vormen van het probleem

  • een oplossing zoeken voor het probleem

- Kinderen kunnen nauwkeurig waarnemen met al hun zintuigen. Dit houdt in dat ze

  • luisteren, zien, voelen, proeven, ruiken

  • gericht observeren

- Kinderen kunnen vragen stellen waarvan de antwoorden onderzoekbaar of opzoekbaar zijn. Dit houdt in dat ze:

  • vragen kunnen stellen zoals: wie, waar, wat is dat, wat gebeurt er, welke verschillen/gelijkenissen, waar, waarmee, hoe komt dat, waarvan komt, waarom daar, waarom daar zo,...

- Kinderen zien in dat mensen moeten zorgen voor hun dagelijks bestaan. Dit houdt in dat ze:

  • ervaren, vaststellen en uiten dat zeer veel menselijke activiteiten gericht zijn op het vervullen van materiële en levensnoodzakelijke behoeften (voeding, bescherming, veiligheid, gezondheid,...)

- Kinderen zien in dat mensen arbeid verrichten om in hun levensonderhoud te voorzien. Dit houdt in dat ze:

  • in (bepaalde delen van) een samenleving mensen vaak zelf hun levensnoodzakelijke producten (voeding, kleding, bescherming, woning,...) produceren

  • inzien dat er eerlijke en minder eerlijke vormen van productie zijn

- Kinderen zien in wat werkloosheid betekent. Dit houdt in dat ze:

  • weten dat werkloosheid voor veel mensen een probleem is

- Kinderen beseffen dat welvaart ongelijk verdeeld is. Dit houdt in dat ze:

  • vaststellen dat er in de wereld kinderen zijn die niet naar school kunnen, niet naar de dokter kunnen,...

  • zich in hun eigen omgeving, maar ook op wereldvlak (actie Broederlijk Delen) solidair tonen met minderbedeelden

  • kunnen illustreren dat welvaart ongelijk verdeeld is in de wereld

- Kinderen ontdekken dat groepen van mensen in een land van een ander cultuurgebied op een andere manier samenleven. Dit houdt in dat ze:

  • beseffen dat sommige mensen een andere levenswijze hebben dat zijzelf, als ze geconfronteerd worden met beelden, informatie of mensen uit een andere cultuur

  • vaststellen dat deze mensen waarden en normen bezitten die soms verschillen, maar vaak ook gelijk zijn aan de onze

  • aspecten van het dagelijks leven van deze mensen kunnen vergelijken met het eigen leven

- Kinderen zien in dat er binnen onze samenleving instellingen zijn die de kwaliteit van het samenleven trachten te bevorderen. Dit houdt in dat ze:

  • kunnen illustreren op welke wijze internationale instelling (vb. Broederlijk Delen, Damiaanactie,...) zich inzetten en ernaar streven om het welzijn in de wereld te bevorderen

  • bereid zijn zich zelf in te zetten voor deze acties en deze acties steunen

×Terug naar mens en medemens

×Terug naar de klasverkenning