Brugge (stadswandeling)
 
Straat en nr.: Vertrek op de parking van het Minnewater
Postnr. + gemeente: 8000 Brugge
Contactpersoon: via Hans (Merkenveld)
Toegangsprijs: € 40 per gids
Afstand tot de school: vertrek vanuit Merkenveld (openluchtklas)
Bezocht door: het vijfde en zesde leerjaar
Doelstellingen: - De kinderen maken kennis met de stad Brugge.
- Ze beseffen dat er naast een heden ook een verleden en een toekomst zijn: ze weten waarom een aantal gebouwen en plaatsen een historische waarde hebben.
- Ze beseffen dat kennis nemen van het verleden altijd gebeurt vanuit bronnen die vaak onvolledig of beperkt zijn.
- Ze kunnen luisteren naar de gids en gerichte vragen stellen.
Beschrijving: Zie verslag van de wandeling

Op stap met de gids door Brugge


We starten onze wandeling op de vestingen, die vroeger tal van ophaalbruggen telde. Zo kon niemand de stad binnendringen ten tijde van gevaar. Deze omwalling is ongeveer 7 km lang en volledig beplant met bomen. Vroeger stonden er ter verdediging van het Minnewater twee poertorens waar het buskruit en de munitie van de stad bewaard werden. Eén toren werd afgebroken. De andere deed later dienst als ijskelder om 's zomers de boter, de vis en het vlees fris te houden. Door de dikke muren en de laag aarde bleef er een frisse, constante temperatuur.

Op het Minnewater zien we prachtige zwanen. Op de bek van elke zwaan is de letter "B" getatoeëerd om aan te tonen dat het dier behoort aan de stad Brugge. Deze sierlijke zwanen zijn er volgens de legende gekomen door de vloek van Maximiliaan van Oostenrijk, die de moord op zijn vriend Pieter Lanckhals wou wreken.
Vervolgens komen we aan het schilderachtige begijnhof. Boven de ingang staat het beeldje van de Heilige Elisabeth (vorstin van Hongarije) met het opschrift "Sanct Elisabeth ora pro nobis", wat Heilige Elisabeth, bid voor ons betekent.
We bezoeken ook enkele godshuisjes, waar vroeger de arme bejaarden gratis konden wonen. Nu worden deze huisjes verhuurd door het OCMW. Meestal vind je er ook een klein kappelletje waar de mensen kunnen samen komen om te bidden.
We komen nu voorbij het Sint-Jans-hospitaal, dat gedurende 800 jaar lang een hospitaal voor arme zieken was. Tegenwoordig is het een museum. De voorgevel is gebouwd met onregelmatige veldstenen, die men zomaar in de grond vond. Het gebouw heeft zeer kleine raampjes, met houten luikjes en ronde bogen. Het is een voorbeeld van Romaanse stijl.

Voor het Sint-Jans-hospitaal staat de prachtige Onze-Lieve-Vrouwekerk met haar spitse toren. Deze toren is 122 m hoog en daardoor één deze hoogste van Vlaanderen. De kerk heeft talrijke grote ramen met spitsbogen. Deze kerk is in gotische stijl gebouwd.
In de kerk bewonderen we het marmeren Mariabeeld met het kindje Jezus. Het werd gemaakt door de beroemde Italiaanse kunstenaar Michelangelo. Het werd door Brugse kooplieden gekocht en naar Brugge verscheept in 1514. Ze betaalden er 100 gouden dukaten voor.
In deze kerk ligt ook het praalgraf van Maria van Bourgondië, die op jonge leeftijd omkwam bij een jachtongeval. In de vloer van de kerk liggen ook vele grafstenen van rijke families die daar begraven werden.
Wat verder bewonderen we het standbeeld van de bekende Brugse dichter Guido Gezelle, die het aandurfde zijn gedichten in het Vlaams te schrijven. In die tijd sprak de hogere burgerij Frans.
Vlak achter de Onze-Lieve-Vrouwekerk bevindt zich het paleis van Gruuthuse. De naam "Gruuthuse" komt van het gruut dat verwerkt werd in het bier. Het is in dit paleis dat zich het kleinste gotische venstertje van Brugge (het spionnetje) bevindt.
 

Vandaar gaan we verder naar het Huidevettersplein. Op dit plein werkten vroeger de huidevetters of leerlooiers. Naast hun gildhuis vloeit de Dijver. Dit water gebruikten ze bij het verwerken van het leder. Hoe dit gebeurde kan je zien in de boogvelden boven de vensters van het hotel in de hoek. Een gevelsteen boven de ingang verwijst nog naar de vroegere naam "In de Koe". Deze naam heeft natuurlijk te maken met het ambacht dat er gedaan werd. Vroeger hadden veel gebouwen zo'n gevelsteen, een uithangbord of een windwijzer waarop de naam stond ingeschreven of uitgebeeld. Huisnummers bestaan immers nog maar een paar honderd jaar.
We eindigen onze wandeling op de Burg. Hier vinden we het prachtige stadhuis. De eerste steen van dit stadhuis werd gelegd door Lodewijk van Male in 1376. Het gebouw is in witsteen opgetrokken. Deze steen is gemakkelijk te bewerken. Vandaar dat er ook veel beeldhouwwerk in de voorgevel aanwezig is. De hoge, spitse torentjes en de grote ramen met spitsbogen verwijzen naar de gotische stijl.
Links van het stadhuis bewonderen we het gerechtsgebouw, met beeldjes belegd met bladgoud. Eén van deze beeldjes is Vrouwe Justitia die met haar weegschaal de schuld moet afwegen tussen goed en kwaad. In de gevel is het wapenschild met het Brugse beertje gebeeldhouwd.
Rechts van het stadhuis bewonderen we nog de Heilige bloedkapel. Eigenlijk zijn hier twee kapellen boven elkaar gebouwd. In de bovenkapel wordt het flesje met het Heilig Bloed, dat door de kruisvaarders naar Brugge werd gebracht, bewaard.
 
×Terug naar gebouwen en monumenten

×Terug naar de klasverkenning